Louis Couperus: wat een schrijver!
NRC
100ste sterfdag Couperus - De status van Louis Couperus als groot Nederlands schrijver hoeft niet langer te worden bevochten. Zijn beste werk is verbluffend modern en direct, schrijft Bas Heijne.
De stille kracht van Louis Couperus, wat mij betreft de beste roman ooit in Nederland geschreven, las ik voor het eerst ergens in de jaren tachtig, in een ziekenhuisbed na een uit de hand gelopen blindedarmoperatie. Ik was twintiger, gedebuteerd als schrijver, en had al een aantal andere romans van Couperus gelezen. (...)
(Tekst loopt door onder de foto.)
Louis Couperus in 1899 in Indonesië. Rechts zijn vrouw, hijzelf, zijn schoonmoeder, de broer van zijn vrouw, een zuster van zijn vrouw en de man van zijn schoonzuster. Fotocollectie Rijksvoorlichtingsdienst.
Maar er is niets gerieflijks of nostalgisch aan De stille kracht. Onverbiddelijk worden in de roman de drie symbolen van westerse hegemonie, van Hollandse koloniale overheersing, neergehaald – de residentie van Otto van Oudijck in Laboewangi, die nadat hij de plaatselijke bevolking tegen zich in het harnas heeft gejaagd, plotseling wordt bestookt door occulte krachten, het huis van de goedbedoelende Eva Eldersma, vrouw van de secretaris, die haar kunstzinnige objecten waarmee ze haar Indische woning heeft aangekleed aangetast en vernietigd ziet worden door vocht en hitte. En last but not least is er het naakte lichaam van Léonie van Oudijck, de chronisch overspelige vrouw van de resident, dat in de Indische badkamer door rode fluimen uit onzichtbare monden bespuwd wordt. In alle drie de Hollandse personages knakt er iets, alle drie zien hun principes, idealen en hartstochten bezoedeld en – in het geval van Léonie letterlijk – bespuwd en besmeurd. Alle drie blijken ze op een fatale manier blind te zijn geweest voor hun ongrijpbare omgeving, opgesloten als ze waren in hun eigen beperkte blik. (...)
Alles wat wij beschaving en cultuur noemen zijn pogingen de werkelijkheid te beheersen en te overheersen – en er hoeft maar dít te gebeuren of het bouwwerk begint te wankelen. We raken de greep op de wereld om ons heen kwijt en, belangrijker, ook op ons innerlijk, onze eigen geest. Otto van Oudijck en Eva Eldersma zijn mensen die zich niet alleen hardhandig bewust worden van de beperktheid van hun blik op het Indië waarover zij dachten te heersen, maar worden gedwongen tot het besef dat ieder houvast dat gezocht wordt in deze wereld altijd tijdelijk is, bezwering. (...)
Want iedere tijd schept een andere Couperus; zijn werk is er rijk genoeg voor. De nostalgische gezapigheid waarmee de Haagse dandy Couperus omkleed was geraakt, is nagenoeg verdwenen. Afgestoft toont Couperus zich opnieuw een modern schrijver, die zonder dat je hem geweld hoeft aan te doen, rechtstreeks tot je spreekt. Niets menselijks is hem vreemd, in de kern was de man allesbehalve estheet of onthechte dandy. Dat was buitenkant, een schild wellicht tegen de hem vaak zo vijandig gezinde buitenwereld. In zijn beste werk is Couperus nog steeds verbluffend direct. We herkennen alles, het gaat over ons.
> Zie ook: Waar te beginnen met Couperus? (NRC)
Tags: #nederlands #nederland #boeken #literatuur #ontlezing #couperus #indie #nederlands_indie #stille_kracht #kolonie #kolonialisme
There are no comments yet.