Schrijvers zijn Salman Rushdie dank verschuldigd
Literatuur - Schrijvers zijn een makkelijk doelwit voor kwaadwillende machthebbers, schrijft Margaret Atwood. Dat wist Rushdie, die desondanks de artistieke uitingsvrijheid bleef verdedigen. (...)
Rushdie kwam in 1981 als een komeet de literaire wereld binnen met Middernachtskinderen, zijn tweede roman en dat jaar bekroond met de Booker-prijs. Geen wonder ook: het vernuft, de draagwijdte, het historische bereik en de verbale vaardigheid waren adembenemend, en het boek opende de deur voor volgende generaties schrijvers die voorheen misschien het gevoel hadden dat hun identiteit of thematiek hen uitsloot van de caleidoscopische Engelstalige literatuur. (...)
In elke toekomstige herdenking van vermoorde, gemartelde, gevangengezette en vervolgde schrijvers zal Rushdie een prominente plaats innemen. Op 12 augustus werd hij door een aanvaller op het podium neergestoken tijdens een literaire bijeenkomst in Chautauqua, een eerbiedwaardige Amerikaanse instelling in de staat New York. (...)
Ongetwijfeld werd deze aanslag op hem gepleegd vanwege zijn vierde roman, De duivelsverzen, een satirische fantasie die naar zijn eigen mening ging over de verwarring bij immigranten uit (bijvoorbeeld) India in Groot-Brittannië, maar die als instrument werd ingezet in een politieke machtsstrijd in een ver land.
Als je bewind onder druk staat, brengt een boekverbrandinkje wat afleiding voor het volk. (...)
In het geval van Rushdie was de macht die hem als pion gebruikte ayatollah Khomeiny van Iran. In 1989 sprak hij een fatwa uit – ruwweg het equivalent van de kerkbannen die pausen in de Middeleeuwen en de Renaissance als wapen gebruikten tegen seculiere machthebbers, maar ook tegen theologische uitdagers als Maarten Luther. (...)
Rushdie zelf zat noodgedwongen jarenlang ondergedoken. (...)
Maar hij liet nooit de kans voorbijgaan om zich uit te spreken voor de beginselen die hij zijn hele schrijversleven had belichaamd. Daarbij stond de vrijheid van meningsuiting voorop. (...) [H]et recht op vrije meningsuiting omvat niet het recht om te belasteren, om kwaadwillig en schadelijk te liegen over aantoonbare feiten, om doodsbedreigingen te uiten of voor moord te pleiten. Dit zou strafrechtelijk vervolgd moeten worden.
Wat de mensen aangaat die over Rushdie nog altijd ‘ja, maar...’ zeggen – een variant op ‘hij had beter moeten weten’, à la ‘ja, heel erg van die verkrachting, maar waarom droeg ze dan ook zo’n kort rokje’ – kan ik alleen maar opmerken dat er geen volmaakte slachtoffers zijn. Zoals er ook geen volmaakte kunstenaars zijn en geen volmaakte kunst bestaat. (...)
Wie in een pluralistische democratie leeft, wordt omringd door een veelheid van stemmen, die soms dingen zullen zeggen die ons niet bevallen. Wie niet bereid is hun recht van spreken te handhaven, zoals Salman Rushdie zo vaak wel heeft gedaan, zal uiteindelijk in een tirannie leven.
Rushdie was er niet op uit een held van het vrije woord te worden, maar is dit nu wel. Alle schrijvers, overal – voor zover geen staatslakeien of gehersenspoelde robots – zijn hem veel dank verschuldigd.
Tags: #nederlaands #boeken #literatuur #vrijheid_van_meningsuiting #belediging #leugens #waarheid #laster #nepnieuws #propaganda #rushdie #salman_rushdie #atwood #margaret_atwood
There are no comments yet.