#westerling

berternste2@diasp.nl

Hoe het Nederlandse leger zo volledig kon ontsporen

NRC

Geweld - Indonesië stond niet alleen geografisch, maar ook moreel op afstand. Daardoor kon het Nederlandse leger extreem en wijdverbreid geweld toepassen in Indonesië, en in de doofpot stoppen, schrijven historici Raben en Romijn.

Van alle boeken die de afgelopen jaren zijn verschenen over de dekolonisatie van Indonesië probeert Talen van geweld misschien wel de belangrijkste vraag te beantwoorden. De onderzoekers ‘pogen een verklaring te geven voor de Nederlandse tolerantie van het oorlogsgeweld in de oorlog in Indonesië’. Eenvoudiger geformuleerd: hoe kon Nederland, zelf net bevrijd van het nazisme, zich direct na de Tweede Wereldoorlog in zijn kolonie zo te buiten gaan aan bruut geweld? En waarom ging bijna iedereen – militairen, politici, burgers – daar in mee? (...)

(Tekst loopt door onder de foto.)

Foto van branded huis
Op 18 december 1946 staken Nederlandse militairen een huis in brand ten noorden van Campa. Foto uit besproken boek.

De oorlog die Nederland van 1945 tot 1949 in Indonesië voerde, kostte het leven aan ruim vijfduizend Nederlandse militairen en een veelvoud daarvan aan Indonesische zijde: tenminste bijna honderdduizend. Er vonden standrechtelijke executies plaats, martelingen, dorpen werden platgebrand, en dat op zo’n grote schaal dat je niet kunt spreken van ‘excessen’, zoals de overheid decennia deed. Het geweld was „extreem” en „wijdverbreid”, luidde vorig jaar de conclusie van het onderzoeksprogramma ‘Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië’ van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies. (...)

Zo ging het steeds. Rapporten werden bewust vaag gehouden. De politiek kwam pas in actie als zij daar door publiciteit toe werd gedwongen. Het leger stelde vervolgens vragen, maar omstandigheden konden niet precies worden vastgesteld, of vervolging werd niet opportuun geacht. ‘Militairen, voorlichters en bestuurders werkten in de praktijk samen om een geheel ontsmette versie van het militaire optreden op te dissen’, schrijven de onderzoekers. (...)

Een belangrijke verklaring die ze geven, is wat ze noemen ‘koloniale dissociatie’: ‘het Nederlandse onvermogen om zich in de geestesgesteldheid van de gekoloniseerde te verdiepen en deze als gelijkwaardig en gerechtvaardigd te beschouwen’.

Indonesië stond niet alleen geografisch, maar ook moreel op afstand. Racistische denkbeelden waren daar niet vreemd aan: de Aziatische mens was dan misschien niet minderwaardig maar zeker toch minder ontwikkeld, en Nederland had de taak die op te voeden alvorens sprake kon zijn van zelfstandigheid.

Talen van geweld is een belangrijk boek, over een belangrijk onderwerp. Het is daarom jammer dat het waarschijnlijk geen groot publiek zal bereiken. Het is een degelijk historisch onderzoek maar ook tamelijk taaie kost, door de vaak academische taal en het ontbreken van een spanningsboog. Gelukkig zijn er de afgelopen jaren meer toegankelijke boeken geschreven over min of meer dezelfde thematiek: Revolusi van David Van Reybrouck, De wraak van Diponegoro van Martin Bossenbroek, en, niet te vergeten, De Indische doofpot van Maurice Swirc. (...)

Hele artikel

Remco Raben en Peter Romijn: Talen van geweld. Stilte, informatie en misleiding in de Indonesische onafhankelijk-heids-oorlog, 1945-1949. AUP, 592 blz. € 39,99.

> Meer over Nederlands Indië

Tags: #nederlands #nederland #boeken #mensenrechten #indonesie #nederlands_indie #dekolonisatie #kolonie #oorlogsmisdaden #bersiap #onafhankelijkheid #onafhankelijkheidsstrijd #nationalisme #sukarno #soekarno #hueting #excessennota #geschiedenis #koloniale_geschiedenis #revolusi #verjaringswet #politionele_acties #japanse_bezetting #indische_nederlanders #indo #westerling #Diponegoro #van_mook #spoor #revolusi #rawagede #racisme

berternste@pod.orkz.net

Wanneer erkent Nederland de eigen oorlogsmisdaden in Indonesië?

NRC

Indonesië - Als Nederland niet bereid is de eigen oorlogsmisdaden te erkennen, hoe kan het zich dan wereldwijd opwerpen als verdediger van mensenrechten, vraagt Maurice Swirc zich af.

Premier Rutte was er begin maart razendsnel bij toen hij opriep tot onderzoek naar door Russische strijdkrachten in Oekraïne gepleegde oorlogsmisdaden. Slechts zeven dagen eerder was de Russische invasie begonnen. (...) In ‘formeel juridische zin’ moest nog worden vastgesteld dat er oorlogsmisdaden waren gepleegd, maar in ‘praktische zin’ stond dat volgens de premier wel vast. „Hoe moet ik het nog anders zien dan oorlogsmisdaden?”

De haast en scherpte waarmee Rutte die term hier in de mond nam, staat in schril contrast met de omfloerste bewoordingen die hij kort ervoor tijdens een persconferentie op 17 februari gebruikte voor de kwalificatie van de massamoorden, verkrachtingen, martelpraktijken en plunderingen waaraan Nederlandse militairen zich schuldig maakten tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië tussen 1945 en 1949. Geen enkele keer liet hij de term ‘oorlogsmisdaden’ vallen. Enkele uren eerder hadden drie onderzoeksinstellingen KITLV, NIMH en NIOD de resultaten gepresenteerd van het door de Staat betaalde onderzoek naar deze periode. In navolging van de onderzoekers bediende Rutte zich van het generieke begrip ‘extreem geweld’. (...)

In september vorig jaar kwamen drie experts in het Nederlands Juristenblad al tot de conclusie dat het oorlogsrecht onmiskenbaar van toepassing was tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië. Daarbij wezen zij onder andere op de verdragen die voortvloeiden uit de Haagse Vredesconferenties in 1899 en 1907. „Er is geen twijfel over het feit dat Nederlandse militairen in de periode 1945-1949 in Indië oorlogsmisdaden gepleegd hebben”. (...)

Intussen roept de inhoud van het grote onderzoek meer vragen op. Zo wordt in de conclusie van het centrale boek de verantwoordelijkheid voor het ‘extreme geweld’ in de eerste plaats gelegd bij „de Nederlandse krijgsmacht als instituut” en pas vervolgens bij „de Nederlandse regering”. In de samenvatting die aan de pers is verstrekt, gebeurt dat zelfs nog nadrukkelijker. Het lijkt een detail, maar het is een cruciaal punt. De regering in Den Haag was – gecontroleerd door de Tweede Kamer – namelijk gedurende de gehele oorlog eindverantwoordelijk. (...)

Door in het grote onderzoek het militaire apparaat als eerstverantwoordelijke aan te wijzen, wordt – in ieder geval gevoelsmatig – de politiek weer uit de wind gehouden.

Die politieke verantwoordelijken vervulden een sleutelrol bij de totstandkoming van de Verjaringswet in 1971. Precies in de periode van de Excessennota werd op het ministerie van Justitie gewerkt aan de tekst van die Verjaringswet. Het uitgangspunt daarvan is dat oorlogsmisdaden nooit mogen verjaren en dus voor altijd strafrechtelijk vervolgd mogen worden. Achter de schermen, zo blijkt uit ambtelijke notities, werd echter aangegeven dat het de bedoeling was dat deze Verjaringswet niet van toepassing is op de zogenoemde Indische oorlogsmisdaden.

Dat staat echter nergens in de wet zelf en de regering zweeg er ook over in de memorie van toelichting die naar de Tweede Kamer ging. (...) [M]inister Carel Polak (Justitie, VVD) (...) verklaarde in de Tweede Kamer dat „het nu eenmaal zo is” dat „het oorlogsmisdrijf iets is dat de tegenpartij heeft begaan”.

Vooral deze laatste woorden van Polak zijn van grote historische betekenis en dreunen door tot op vandaag. Polak vat hier de Nederlandse houding in een paar woorden samen: Nederlanders kunnen geen oorlogsmisdaden plegen, dat kunnen uitsluitend onderdanen van de tegenstander.

Vijftig jaar later lijkt die houding nauwelijks veranderd. (...) In de epiloog van Over de grens staat zelfs expliciet dat het gebruik van de term oorlogsmisdaden „zeer problematisch” zou zijn omdat „het Nederland op dezelfde lijn zet als nazi-Duitsland of Japan in de Tweede Wereldoorlog”. (...)

Deze dynamiek heeft uiteindelijk alles te maken met het Nederlandse zelfbeeld. Nazi’s, Japanners en Russen plegen oorlogsmisdaden. Dat doen Nederlanders niet, zo volgt uit ons collectief zelfbeeld. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog presenteert Nederland zichzelf als natie die rechtsstatelijke principes hoog houdt en bevordert – nadrukkelijk ook in internationaal verband. (...)

[A]ls je als land niet bereid bent de eigen oorlogsmisdaden te erkennen en als zodanig te benoemen, hoe kan je je dan wereldwijd opwerpen als verdediger van mensenrechten en nu als regering grote woorden spreken tegenover Rusland?

Hele artikel

> Meer over de strijd in Nederlands Indië

Illustratie
Illustratie Cyprian Koscielniak

Tags: #nederlands #nederland #indonesie #indie #nederlands_indie #bali #kolonie #koloniale_geschiedenis #dekolonisatie #politionele_actie #onafhankelijkheid #mensenrechten #marteling #gevangenis #boeken #westerling #oorlogsmisdaden #excessen #zuiveringsacties #generaal_spoor #tangsi #Hoge_Veluwe_Conferentie #Overeenkomst_van_Linggajati #Denpasar-conferentie #Renville-overeenkomst #verenigde_staten_van_indonesie #Anak_Agung #dekolonisatieoorlog #massamoorden #verkrachtingen #oorlogsmisdaden #verjaringswet