#koloniale_geschiedenis

berternste@pod.orkz.net

Gratis pr voor het Britse koningshuis, maar waar zijn de kritische vragen?

NRC

Koloniale geschiedenis - Waarom vullen journalisten uren zendtijd over het Britse koningshuis, zonder de betekenis van het instituut voor de (ex-)koloniën kritisch te bevragen, wil Bram Vermeulen weten.

Sinds de dood van koningin Elizabeth II werden uren zendtijd gevuld met wat we allemaal wisten en de afgelopen jaren – mits je niet onder een steen leefde – met eigen ogen hadden kunnen zien. Dat ze zeventig jaar trouw aan haar vorstenplicht was geweest, dat ze kil was ten tijde van Diana’s dood, maar ook in was voor een grapje met James Bond. Dezelfde anekdotes op alle zenders, en vervolgens in alle kranten, de een soms wat smeuïger verteld dan de ander.

De Britse (ex-)koloniën in Afrika, Azië en de Caribische eilanden waarover ze in haar werkzame leven had geregeerd werden in die anekdotes soms genoemd, maar hooguit als decor. (...)

Het Zuid-Afrika dat de 21 jaar oude Elizabeth bezocht was sinds 1910 geen Britse kolonie meer maar werd geregeerd door een witte minderheid, die in 1948 apartheid invoerde en de scheiding tussen rassen legaliseerde. Dat gebeurde met volmondige steun vanuit Londen. (...)

Kenia was in 1952 nog wel een Britse kolonie waartegen de Kenianen dat jaar een bloedige opstand begonnen. Je zou hele talkshowavonden kunnen vullen met de onbeschrijfelijke gruweldaden die de Britten begingen tegen die Mau Mau-rebellie. (...)

We zagen wel beelden van een bezoek van Nelson Mandela aan de koningin, en we lazen op de BBC over „the Queens long-standing relationship with Africa”. (...)

Je zou kunnen zeggen: over de doden niets dan goeds. Je zou kunnen zeggen: dat kolonialisme is allemaal zo lang geleden. Je zou kunnen zeggen: dit is niet het moment. Maar uit talloze reacties bleek dat dit júíst het moment was om erover te beginnen. (...)

Sommige media, zoals de NOS en The Guardian, onderstreepten dat de koningin niet overal even geliefd was. Maar die uitzonderingen verdronken als een voetnoot in het overige aanbod. (...)

Journalisten moeten dat theater laten zien op zo’n historisch moment. Maar onze taak is ook om het instituut dat nu dagen achtereen in het nieuws is, kritisch te bevragen. Dat is journalistiek. The rest is public relations.

Hele artikel

Foto van rebellen in Kenia
Mau Mau-rebellen tijdens de traditionele Kikuyu Spelen in de jaren vijftig in Kenia. De Mau Mau vochten tussen 1952 en 1959 tegen het koloniale regime van de Britten. Foto INP / AFP.

Tags: #nederlands #nederland #media #pers #journalist #journalistiek #tv #radio #nos #journaal #jeugdjournaal #queen #the_queen #elizabeth_II #verslggeving #overlijden #bbc #omroep #kolonie #kolonialisme #neo-kolonialisme #gemenebest #koloniale_geschiedenis #zuid-afrika #apartheid #kenia #mau_mau

berternste@pod.orkz.net

In de laatste Britse kolonie kon je in 1973 nog als een beest worden gedeporteerd

NRC

Kolonialisme - In zijn nieuwe boek vertelt Philippe Sands de boeiende geschiedenis van de strijd om zelfbeschikking van de inwoners van de Chagos-archipel, de laatste Britse kolonie. (...)

De laatste kolonie, heet het boek dat de Brit Philippe Sands schreef over de Chagos-archipel. Het is geen verhaal dat het grote publiek zal kennen, maar één van de eilanden doet waarschijnlijk wel een belletje rinkelen: Diego Garcia. De Amerikanen hebben er een grote luchtmacht- en marinebasis die onder andere werd gebruikt in de oorlog tegen Irak. Later kwam Diego Garcia ook in het nieuws als vermoedelijke black site van de CIA, voor het verhoren en mogelijk martelen van terreurverdachten. (...)

De laatste kolonie is een ogenschijnlijk ‘klein’ verhaal. Het gaat over de strijd van de 1500 gedeporteerde bewoners van de Chagos-archipel om te mogen terugkeren naar hun geboortegrond. Maar Sands verbindt dat verhaal listig met internationale rechtszaken en verdragen, waardoor het zich ook laat lezen als een geschiedenis van het recht op zelfbeschikking van volkeren – een principe dat centraal staat in vrijwel elk naoorlogs conflict, zoals ook nu weer in de oorlog tussen Rusland en Oekraïne.

De Chagos-archipel was onderdeel van de Britse kolonie Mauritius, ook al ligt de eilandengroep daar zo’n 2000 kilometer vandaan. Voordat de Britten instemden met de onafhankelijkheid van Mauritius in 1968, maakten ze de Chagos-archipel los van het Afrikaanse eiland. In feite creëerden ze daarmee een nieuwe kolonie – vandaar de titel van het boek, De laatste kolonie. (...) De kleine eilandjes waren onderdeel van een groot geopolitiek spel: eind jaren vijftig, de Koude Oorlog was in volle gang, begonnen de Amerikanen plannen te maken voor militaire bases overal in de wereld. Daarbij lieten ze ook hun ogen vallen op onbeduidende atollen als Diego Garcia. De Britten wilden hun bondgenoot ter wille zijn, en stelden het eiland gratis ter beschikking. De Mauritiaanse leiders werd voorgehouden dat hun onafhankelijkheid in gevaar was als ze niet meewerkten aan het plan. De internationale gemeenschap werd verteld dat de eilanden geen permanente bewoners hadden – een leugen.

Aan die bewoners werd niks gevraagd. (...)

De Amerikanen legden een landingsbaan aan. Camp Justice werd de basis genoemd, ‘zonder enige ironie’ merkt Philippe Sands op. Ironisch is wel: juist de Britten en de Amerikanen stonden aan de basis van moderne ideeën over zelfbeschikkingsrecht voor volkeren. (...)

Aan de hand van een aantal concrete zaken (over Zuid-Afrika dat het internationale recht schond in Namibië, de VS in Nicaragua en Rusland in Georgië) legt Sands uit hoe de tijd langzaam rijp werd voor een zaak over de Chagos-archipel bij het Internationaal Gerechtshof. (...)

Mauritius wint de zaak, en vervolgens nemen de VN een resolutie aan waarin staat dat Chagos ‘een integraal deel’ van Mauritius is en dat de hervestiging van Chagossianen ‘een kwestie van urgentie’ is. Alleen: Groot-Brittannië weigert tot op de dag van vandaag om daar gehoor aan te geven. (...) ‘Terwijl Groot-Brittannië klaagt over de illegale bezetting van Rusland in Oekraïne bezet het zelf nog altijd illegaal een deel van Afrika.’

Hele artikel

> Zie ook: Laat de Chagossians terugkeren naar Diego Garcia (mijn blog)

Luchtfoto van Diego Garcia
Diego Garcia, het grootste eiland van de Chagos-archipel, waar de Amerikanen een grote militaire basis hebben. Foto Getty Images.

Tags: #diego_garcia #imperium #koloniaal #kolonie #kolonialisme #dekolonisatie #mauritius #mensenrechten #militaire_basis #us #united_kingdom #verenigd_koninkrijk #verenigde_staten #vs #koloniale_geschiedenis #Atlantisch_Handvest #handvest_van_de_Verenigde_Naties #handvest_van_het_oorlogstribunaal_in_Neurenberg #verenigde_naties #volkenrecht #zelfbeschikking

berternste@pod.orkz.net

Dit kanon staat symbool voor de Nederlandse overheersing en roof in Sri Lanka

De Volkskrant

Een kostbaar Nederlands geschenk aan Sri Lanka belandde later als oorlogsbuit weer in Den Haag. Zo staat dit kanonnetje symbool voor een veelbewogen geschiedenis van diplomatie, exploitatie, kunst, geweld – en Nederlandse postkoloniale koppigheid.

In de zaal Nederland Overzee van het Rijksmuseum staat een opvallend blauw onderstel. Het is in rococostijl beschilderd en erop bevestigd is een met robijnen, goud en zilver gedecoreerd kanon. Volgens het tekstbordje stond dit sierkanon in het paleis van Kandy, het laatste koninkrijk van Sri Lanka, waaruit de Nederlanders het roofden in 1765.

Vanwege die roof is het kanon middelpunt van een voortdurend debat. Sri Lanka wil het kanon terug, in Nederland wordt er nog steeds over gediscussieerd. Het kanon vertelt een complexe koloniale geschiedenis die niet alleen over roof en oorlogvoering gaat, maar ook over diplomatie, koloniale exploitatie, lokale politiek en kunst. En over postkoloniale Nederlandse koppigheid. (...)

Hele artikel

> Meer over roofkunst

Foto van model van kanon
Het kanon staat in het Rijksmuseum. Foto: Rijksmuseum.

Tags: #nederlands #nederland #musea #kunst #kunstschatten #roofkunst #koloniale_geschiedenis #parthenon #parthenon_marbles #elgin_marbles #portugal #spanje #azteken #indonesie #nederlands_indie #kris #british_museum #louvre #sri_lanka #kanon_van_kandy #indie #kolonie #rijksmuseum #naturalis

berternste@pod.orkz.net

Een ‘koloniale stuiptrek’: Nederland weigert 17 augustus 1945 te erkennen als begin van Indonesië

Trouw (alleen voor abonnees)

Op 17 augustus 1945 riep Indonesië de onafhankelijkheid uit. Nederland erkent die datum niet, tot frustratie van sommige Indonesische Nederlanders. ‘Waarom wil Nederland nog steeds het laatste woord hebben?’

“Wij, het volk van Indonesië, roepen hierbij de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Zaken betreffende de machtsovername en andere kwesties zullen op ordelijke wijze en in zo kort mogelijke tijd worden geregeld”, zo proclameerde de eerste Indonesische president Soekarno op vrijdag 17 augustus 1945. (...)

Ook 77 jaar na de Indonesische onafhankelijkheidsverklaring blijft juridische erkenning van die datum uit, zelfs na het in februari gepubliceerde Nederlandse onderzoek Onafhankelijkheid, dekolonisatie, oorlog en geweld in Indonesië 1945-1950. Dat maakte duidelijk dat de Nederlandse krijgsmacht zich schuldig maakte aan onder meer marteling, plundering, verkrachting en executies zonder proces. Voor dit ‘extreme geweld’ maakte minister president Rutte namens de regering zijn ‘diepe excuses’ aan de Indonesische bevolking. (...)

Voor Nederland werd Indonesië pas na ondertekening van de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 een onafhankelijke staat. Onder internationale druk stemde Nederland toen eindelijk in met het einde van zijn koloniale bewind. (...)

Het streven naar onafhankelijkheid begon niet pas toen de Japanse bezetting op 15 augustus 1945 ten einde kwam, aldus Subiyanti. “Het was niet alsof Indonesiërs door de komst van de Japanners ineens besloten dat ze een onafhankelijke republiek wilden worden. De strijd voor onafhankelijkheid werd eeuwenlang gevochten. Denk bijvoorbeeld aan de Atjeh-oorlog in 1873”, gaat zij verder. “Door zich enkel te richten op wat er in 1945-1950 is gebeurd, doet Nederland zijn eigen koloniale geschiedenis tekort, en daarmee ook Indonesiërs.” (...)

Volgens Veraart heeft de Nederlandse regering koudwatervrees voor volmondige en juridische erkenning van de Indonesische datum van onafhankelijkheid. “Aan de ene kant zijn ze huiverig voor de reacties van veteranen die in 1945-1950 onder barre omstandigheden hun leven op het spel hebben gezet voor het terugwinnen van de kolonie. Het zou verder voeding kunnen geven aan het debat over gepleegde oorlogsmisdrijven en de verantwoordelijkheid daarvoor bij de hoogste militaire en politieke leiding van destijds”, zegt hij. (...)

Hele artikel

Foto van kinderoptocht
Scholieren lopen in Banda Atjeh mee in een optocht om de Indonesische onafhankelijkheid te vieren. Beeld ANP / EPA.

Tags: #nederlands #nederland #indonesie #indie #nederland_indie #kolonie #koloniale_oorlog #politionele_actie #onafhankelijkheid #onafhankelijkheidsstrijd #onafhankelijkheidsdag #onafhankelijkheidsoorlog #nationalisme #oorlogsmisdaden #geschiedenis #koloniale_geschiedenis

berternste@pod.orkz.net

‘Verlos ons van deze verdorven mensen’, schreven de oorspronkelijke bewoners van Brazilië

De Volkskrant

In Nederland bevinden zich zes brieven in Tupi-taal. Het zijn ooggetuigenverslagen van de overheersing van Nederlandse kolonisten in Brazilië, vanuit Braziliaans perspectief. Het zijn de enige door oorspronkelijke bewoners geschreven teksten in deze taal die bewaard zijn gebleven uit de 17de eeuw. (...)

In een brief uit 1645 van Antônio Felipe Camarão staat: ‘Verlos ons van deze verdorven mensen!’ Camarão schreef in zijn eigen taal, het Tupi. Hij was een Potiguara, een van de oorspronkelijke volken in Brazilië, en hij schrijft hier over de Nederlandse kolonisten die het land hadden bezet. De brief is een ooggetuigenverslag en toont Camarão’s kijk op de zoveelste Europese indringer in zijn land. (...)

Om te begrijpen hoe de brieven van Camarão in Nederland zijn terechtgekomen, moeten we terug naar de Tachtigjarige Oorlog, tussen Spanje en de Nederlanden. Die vochten hun strijd ook uit in de koloniale gebieden. Via de West-Indische Compagnie (WIC) probeerde de Republiek gebieden onder de Spaanse kroon te veroveren. De Nederlanders veroverden zo tussen 1630 en 1654 een gebied in Noordoost-Brazilië waar met slavenarbeid suiker werd geproduceerd, dat bekend kwam te staan als Nederlands-Brazilië. Al die tijd waren er gevechten tussen de inwoners en de kolonisten, waarbij oorspronkelijke bewoners aan beide zijden van het conflict deelnamen. (...)

Al in 1624 sloten Nederlandse bestuurders een bondgenootschap met een deel van het Potiguara-volk. Twee van hen, Pedro Poti en Antônio Paraupaba, reisden het jaar daarop met de verslagen vloot mee terug naar de Verenigde Provinciën. In Europa bekeerden deze mannen zich tot het calvinisme. Ze gaven de WIC en de Staten-Generaal cruciale informatie over Brazilië, wat zou leiden tot de inname van Olinda in 1630. Dit zijn de mannen aan wie Camarão zijn brieven schreef. (...)

Toen de lokale elite in 1645 in opstand kwam tegen de Nederlandse kolonisten, bleven Poti en Paraupaba trouw aan de Nederlandse zaak. Daardoor kwamen zij tegenover hun eigen familieleden te staan. Zoals Antônio Felipe Camarão, die een compagnie soldaten aanvoerde die aan de zijde van de opstandige inwoners vocht. De Potiguara-brieven werden geschreven in deze context. Camarão roept daarin zijn volksgenoten op om de ‘ketterse calvinisten’ te verjagen en zich bij hen aan te sluiten in een verenigd Potiguara-verbond. In een ervan schrijft hij die smekende woorden aan zijn verwanten: ‘Verlos ons van deze verdorven mensen.’ (...)

Er is zelfs een antwoord van Pedro Poti, waarin duidelijk wordt in welke benarde situatie tegenover elkaar de Potiguara waren beland. In die brief weigert Poti de nieuwe kolonisatoren de rug toe te keren, want, schrijft hij, de Portugezen gaan steeds maar door met de oorspronkelijke bewoners in gevangenschap te dwingen. Dan zijn ze beter af met de Nederlanders, vindt hij, ervan overtuigd dat de Potiguara onder Nederlands bewind boven alles hun vrijheid konden bewerkstelligen. (...)

Hele artikel

> Zie ook: Hoe de Potiguara in Brazilië werden verscheurd door de oorlog tussen de Nederlanders en de Portugezen (Trouw)

> Meer over Nederlands Brazilië (Wikipedia)

> Boek: C.R. Boxer, De Nederlanders in Brazilië

Afbeelding
De Nederlandse belegering van Olinda en Recife tijdens een oorlog die de Potiguara uit elkaar dreef, 1630. Bron: Wikimedia.

Tags: #nederlands #nederland #holland #brazilie #nederlands-portugese_oorlog #portugal #kolonialisme #koloniale_geschiedenis #potiguara #olinda #recife #suikerplantages #inheemse_volken #indians #pedro_poti #felipe_carmarão #nederlands_brazilie #tupi #johan_maurits_van_nassau

berternste@pod.orkz.net

De staat en het Koninklijk Huis profiteerden van de verdiensten van de ‘troostmeisjes’ in Nederlands-Indië

Follow the Money

Tussen 1932 en 1945 rolde Japan een dwangbordeelsysteem uit in alle bezette gebieden in China, Zuidoost-Azië en de Stille Oceaan. Naar schatting 500 duizend jonge vrouwen werden weggevoerd uit interneringskampen, gekidnapt of onder valse voorwendselen gelokt en als ‘troostmeisje’ tewerkgesteld. Het geld dat bezoekers voor de jonge vrouwen betaalden, werd bij Japanse oorlogsbanken gestort om de oorlog te financieren. Zowel de Nederlandse staat als het Koninklijk Huis blijken van dit bordeelgeld te hebben geprofiteerd.

Dit stuk in 1 minuut

  • 14 augustus is International Comfort Women’s Day, de dag waarop wereldwijd de slachtoffers van Japanse dwangprostitutie worden herdacht. Op die dag in 1991 onthulde de Koreaanse Kim Hak Soon dat ze jarenlang als ‘troostmeisje’ door Japanse militairen was misbruikt. Ze eiste dat Japan verantwoordelijkheid nam voor het structurele seksueel misbruik in de eerder door hen bezette gebieden. Door als eerste de stilte te doorbreken, gaf Kim Hak Soon een stem en een gezicht aan de duizenden slachtoffers van deze dwangprostitutie.
  • De kwestie rond deze ‘troostmeisjes’ speelt tot op de dag van vandaag, omdat de Japanse regering weigert excuses aan te bieden. Daarbij komt dat de geallieerde landen al die jaren weggekeken hebben: de handelsbetrekkingen met Japan zijn belangrijker dan het lot van de misbruikte vrouwen in de voormalige kolonies in Zuidoost-Azië.
  • Pas nadat de Nederlandse Jan Ruff-O’Herne in december 1992 bekendmaakte dat ze als jonge vrouw was misbruikt in een officiersbordeel in Semarang, Java, werd Nederland gedwongen onderzoek te doen naar de omvang van deze oorlogsmisdaad in Nederlands-Indië, de voormalige kolonie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren daar ruim 350 duizend Japanse militairen en mariniers gestationeerd.
  • De conclusie van het daaropvolgende onderzoeksrapport – ‘met zekerheid 65 en naar alle waarschijnlijkheid driehonderd Nederlandse vrouwen zijn slachtoffer geworden op de eilanden Java en Sumatra’ – verhult de waarheid: ten minste 70 duizend jonge vrouwen (Hollands, Indo-Europees, Indonesisch, Moluks, Papoea) zijn misbruikt in dwangbordelen, verspreid over heel Nederlands-Indië.
  • Er is meer verborgen gebleven: met het geld dat in de dwangbordelen werd verdiend, financierde Japan de oorlog. Dat ontdekten medewerkers van de Nederlandse inlichtingendienst NEFIS na de Japanse capitulatie. Het NEFIS-rapport is in Nederland nooit in zijn geheel gepubliceerd, en daardoor buiten zicht gebleven.
  • Follow the Money gebruikte het NEFIS-rapport om het geldspoor van de dwangbordelen te reconstrueren. Integraal onderdeel daarvan is de geschiedenis van de ontmanteling van de Japanse oorlogsbanken, waarvan zowel de Nederlandse staat als het Koninklijk Huis geprofiteerd blijken te hebben: een deel van de liquidatieopbrengsten betrof het geld dat door ‘troostmeisjes’ in Japanse dwangbordelen is verdiend.

(...)

Hele artikel

Foto van ‘troostmsieje’ na bevrijding
Een Javaanse jonge vrouw na haar bevrijding uit marinebordelen op Timor door geallieerde troepen, september 1945. Vlak voor de capitulatie kregen ze opdracht Rode Kruisarmbanden te dragen om te verhullen dat ze als ’troostmeisjes’ misbruikt waren. © Collectie Australian War Memorial.

Tags: #nederlands #nederland #indonesie #indie #nederlands_indie #kolonie #koloniale_geschiedenis #woII #tweede_wereldoorlog #japanse_bezetting #japan #troostmeisje #dwangprostituee #gedwongen_prostitutie #prostitutie #koninghuis #koninklijk_huis #nederlandse_handels_maatschappij #nhm #International_Comfort_Womens_Day #nefis #nefis-rapport

berternste@pod.orkz.net

Het toneelstuk ‘Jan Pieterszoon Coen’ was omstreden. De reden? De ontmanteling van zijn mythische status.

NRC

Versmade kunst - Deze zomer verschijnt in NRC de serie Versmade kunst, over kunstwerken die om diverse redenen zijn afgewezen. Aflevering 6: Het toneelstuk ‘Jan Pieterszoon Coen’ was volgens de burgemeester van Amsterdam een gevaar voor de openbare orde.

In 1931 schreef dichter en schrijver Jan Jacob Slauerhoff (1898-1936) zijn eerste en enige avondvullende toneelstuk Jan Pieterszoon Coen, over de ondergang van de vierde gouverneur-generaal van de VOC. Vanwege de politieke gevoeligheid werden door de jaren heen meerdere ensceneringen ervan op het laatste moment geannuleerd of zelfs verboden. Het stuk geldt inmiddels als een van de meest omstreden toneelstukken van Nederlandse bodem. (...)

In elf taferelen laat Slauerhoff de laatste maanden van Jan Pieterszoon Coen voorbijkomen, waarin hij diens mythische status als nationale held genadeloos ontmantelt. Slauerhoff schildert Jan Pieterszoon Coen in het stuk af als angstige, gewelddadige en onvoorspelbare massamoordenaar, een hebzuchtig en racistisch heerser die zich ronduit tiranniek opstelt ten opzichte van zijn directe omgeving. Hij ging drastisch in tegen het publieke beeld van de VOC-topman: Coen werd destijds vooral geroemd als grondlegger van de Gouden Eeuw.

Hij gaf daarmee een kritisch tegengeluid dat politiek gevoelig lag. Inmiddels legendarisch is het verbod van de Amsterdamse burgemeester d’Ailly in 1948, zes dagen voor een groots aangekondigde uitvoering ter gelegenheid van de opening van de Boekenweek. Het was ten tijde van de politionele acties in Indië en aangenomen wordt dat de autoriteiten een dergelijk kritische blik op de gouverneur-generaal niet konden gebruiken. De opvoering ervan, oordeelde de burgemeester, zou „ongetwijfeld de openbare orde in gevaar hebben gebracht” – al bleef een officiële opgaaf van reden voor het verbod uit. (...)

Ook in 1961 stak de Amsterdamse burgemeester, Gijs van Hall in dit geval, een stokje voor een openbaar toegankelijke enscenering van het stuk. Ditmaal vanwege de Nederlandse betrokkenheid bij de crisis in Nieuw-Guinea, die Nederland op veel internationale kritiek kwam te staan. (...)

Hele artikel

Omslag programmaboekje toneelstuk en foto van J. Slauerhoff

Tags: #nederlands #nederland #literatuur #toneel #slauerhoff #voc #Jan_Pieterszoon_Coen #coen #indie #oost-indie #nederlands_indie #nieuw-guinea #nederlands_nieuw-guinea #kolonie #kolonialisme #racisme #gouden_eeuw #massamoord #banda #banda_eilanden #nootmuskaat #specerijen #politionele_actie #koloniale_oorlog #indonesie #papua #papoea #west_papua #kunst #cultuur #censuur #koloniale_geschiedenis

berternste@pod.orkz.net

Ons slavernijverleden is niet alleen trans-Atlantisch. Maar van slavernij in de Oost hebben we geen idee

Marcia Luyten (De Volkskrant)

Nadat Ella Schaap in 1939 naar Batavia was gevaren om met haar man een tabaksplantage op Noord-Sumatra over te nemen, deed ze een gruwelijke ontdekking. Als vrouw van een plantage-eigenaar werd ze geacht grote diners te geven – tot zover niks vreemds. Om genoeg mensen in de keuken en bediening te hebben, werd het huispersoneel aangevuld met plantagewerkers. De arbeiders werden gehaald uit de barakken een eind bij het huis vandaan, naast de open schuren waar tabaksbladeren als vleermuizen ondersteboven aan stokken hingen te drogen. Om te kunnen werken, werden de arbeiders bevrijd van de kettingen om hun polsen.

Het was 1939. Tachtig, ja TACHTIG jaar nadat Nederland de slavernij in Oost-Indië had afgeschaft. Vier jaar later, in 1863, waren de koloniën in Suriname en de Cariben gevolgd. Rijkelijk laat allemaal; de Engelsen deden in 1833 slavernij in de ban, alleen Portugal en Spanje hielden in Europa langer vast aan lijfeigenschap. (...)

Na jaren duwen en trekken, hangen en wurgen, verhalen vertellen, onderzoek doen, lobby en smeekbedes door de nazaten van slaafgemaakten uit Suriname, is Nederland nu bezig zich serieus te verhouden tot dat pijnlijke verleden. (...)

Maar ons slavernijverleden is niet alleen trans-Atlantisch. Ook in de kolonie in de Oost was slavernij, en onderzoek daarnaar staat pas aan het begin.

Die onwetendheid heeft drie redenen. De Indonesiërs waren niet in de romp van een galjoen naar een ander continent ontvoerd, maar gevangen in eigen land. En dus minder zichtbaar. Ook kwamen nazaten van Indonesische slaafgemaakten niet met zoveel naar Nederland als die uit Suriname. Het waren deze afstammelingen van Surinaamse slaven die, door niet op te geven, een correctie van de geschiedschrijving afdwongen.

De derde reden zag ik pas onlangs. (...) Laatst interviewde ik voor de radio een Indonesische vrouw over de verschrikkingen van de koloniale oorlog die zo lang ‘politionele acties’ was blijven heten. In Indonesië is daar weinig belangstelling voor, vertelde ze. Het land kijkt met trots en voldoening terug op de geleverde strijd. ‘Wij hebben gewonnen.’ (...)

In werkelijkheid moet die [slavernij in Nederlands-Indië] veel omvangrijker zijn geweest dan de slavernij in het Westen. De kolonie was vele malen groter dan Suriname en de Caribische eilanden. Het aantal plantages vele malen hoger. De hoeveelheid slaven zou navenant een veelvoud kunnen zijn. Maar we hebben geen idee.

In een wederzijds niet willen weten bleef de Indische slavernij toegedekt. (...)

Hele artikel

> Zie ook: Nauwkeurig registreerden de Nederlanders alle slaafgemaakten in Indonesië (NRC)

> Zie ook: Afgeranseld, ‘en den geest gegeven’ (NRC)

Foto van Marcia Luyten
Marcia Luyten

Tags: #nederlands #nederland #indonesie #nederlands_indie #indie #slavernij #boeken #reggie_baay #kolonie #geschiedenis #koloniale_geschiedenis

berternste@pod.orkz.net

Wanneer erkent Nederland de eigen oorlogsmisdaden in Indonesië?

NRC

Indonesië - Als Nederland niet bereid is de eigen oorlogsmisdaden te erkennen, hoe kan het zich dan wereldwijd opwerpen als verdediger van mensenrechten, vraagt Maurice Swirc zich af.

Premier Rutte was er begin maart razendsnel bij toen hij opriep tot onderzoek naar door Russische strijdkrachten in Oekraïne gepleegde oorlogsmisdaden. Slechts zeven dagen eerder was de Russische invasie begonnen. (...) In ‘formeel juridische zin’ moest nog worden vastgesteld dat er oorlogsmisdaden waren gepleegd, maar in ‘praktische zin’ stond dat volgens de premier wel vast. „Hoe moet ik het nog anders zien dan oorlogsmisdaden?”

De haast en scherpte waarmee Rutte die term hier in de mond nam, staat in schril contrast met de omfloerste bewoordingen die hij kort ervoor tijdens een persconferentie op 17 februari gebruikte voor de kwalificatie van de massamoorden, verkrachtingen, martelpraktijken en plunderingen waaraan Nederlandse militairen zich schuldig maakten tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië tussen 1945 en 1949. Geen enkele keer liet hij de term ‘oorlogsmisdaden’ vallen. Enkele uren eerder hadden drie onderzoeksinstellingen KITLV, NIMH en NIOD de resultaten gepresenteerd van het door de Staat betaalde onderzoek naar deze periode. In navolging van de onderzoekers bediende Rutte zich van het generieke begrip ‘extreem geweld’. (...)

In september vorig jaar kwamen drie experts in het Nederlands Juristenblad al tot de conclusie dat het oorlogsrecht onmiskenbaar van toepassing was tijdens de dekolonisatieoorlog in Indonesië. Daarbij wezen zij onder andere op de verdragen die voortvloeiden uit de Haagse Vredesconferenties in 1899 en 1907. „Er is geen twijfel over het feit dat Nederlandse militairen in de periode 1945-1949 in Indië oorlogsmisdaden gepleegd hebben”. (...)

Intussen roept de inhoud van het grote onderzoek meer vragen op. Zo wordt in de conclusie van het centrale boek de verantwoordelijkheid voor het ‘extreme geweld’ in de eerste plaats gelegd bij „de Nederlandse krijgsmacht als instituut” en pas vervolgens bij „de Nederlandse regering”. In de samenvatting die aan de pers is verstrekt, gebeurt dat zelfs nog nadrukkelijker. Het lijkt een detail, maar het is een cruciaal punt. De regering in Den Haag was – gecontroleerd door de Tweede Kamer – namelijk gedurende de gehele oorlog eindverantwoordelijk. (...)

Door in het grote onderzoek het militaire apparaat als eerstverantwoordelijke aan te wijzen, wordt – in ieder geval gevoelsmatig – de politiek weer uit de wind gehouden.

Die politieke verantwoordelijken vervulden een sleutelrol bij de totstandkoming van de Verjaringswet in 1971. Precies in de periode van de Excessennota werd op het ministerie van Justitie gewerkt aan de tekst van die Verjaringswet. Het uitgangspunt daarvan is dat oorlogsmisdaden nooit mogen verjaren en dus voor altijd strafrechtelijk vervolgd mogen worden. Achter de schermen, zo blijkt uit ambtelijke notities, werd echter aangegeven dat het de bedoeling was dat deze Verjaringswet niet van toepassing is op de zogenoemde Indische oorlogsmisdaden.

Dat staat echter nergens in de wet zelf en de regering zweeg er ook over in de memorie van toelichting die naar de Tweede Kamer ging. (...) [M]inister Carel Polak (Justitie, VVD) (...) verklaarde in de Tweede Kamer dat „het nu eenmaal zo is” dat „het oorlogsmisdrijf iets is dat de tegenpartij heeft begaan”.

Vooral deze laatste woorden van Polak zijn van grote historische betekenis en dreunen door tot op vandaag. Polak vat hier de Nederlandse houding in een paar woorden samen: Nederlanders kunnen geen oorlogsmisdaden plegen, dat kunnen uitsluitend onderdanen van de tegenstander.

Vijftig jaar later lijkt die houding nauwelijks veranderd. (...) In de epiloog van Over de grens staat zelfs expliciet dat het gebruik van de term oorlogsmisdaden „zeer problematisch” zou zijn omdat „het Nederland op dezelfde lijn zet als nazi-Duitsland of Japan in de Tweede Wereldoorlog”. (...)

Deze dynamiek heeft uiteindelijk alles te maken met het Nederlandse zelfbeeld. Nazi’s, Japanners en Russen plegen oorlogsmisdaden. Dat doen Nederlanders niet, zo volgt uit ons collectief zelfbeeld. Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog presenteert Nederland zichzelf als natie die rechtsstatelijke principes hoog houdt en bevordert – nadrukkelijk ook in internationaal verband. (...)

[A]ls je als land niet bereid bent de eigen oorlogsmisdaden te erkennen en als zodanig te benoemen, hoe kan je je dan wereldwijd opwerpen als verdediger van mensenrechten en nu als regering grote woorden spreken tegenover Rusland?

Hele artikel

> Meer over de strijd in Nederlands Indië

Illustratie
Illustratie Cyprian Koscielniak

Tags: #nederlands #nederland #indonesie #indie #nederlands_indie #bali #kolonie #koloniale_geschiedenis #dekolonisatie #politionele_actie #onafhankelijkheid #mensenrechten #marteling #gevangenis #boeken #westerling #oorlogsmisdaden #excessen #zuiveringsacties #generaal_spoor #tangsi #Hoge_Veluwe_Conferentie #Overeenkomst_van_Linggajati #Denpasar-conferentie #Renville-overeenkomst #verenigde_staten_van_indonesie #Anak_Agung #dekolonisatieoorlog #massamoorden #verkrachtingen #oorlogsmisdaden #verjaringswet